(switch to English at the bottom of the page)
Door Ilse
Acht jaar geleden begon ik opnieuw met karate. Ik had na mijn studie een paar jaar getraind, en ik herinnerde me het fijne gevoel van saamhorigheid, uitgedaagd worden en plezier te hebben in het bewegen. Ik besloot het weer op te pakken – nieuwe dojo, andere stijl.
Ik merkte al gauw dat er één ding in de tussentijd niet veranderd was: ik was, en ben, tijdens de training meestal een van de weinige vrouwen. En dat zit me dwars. Niet omdat ik me niet welkom voel – integendeel. De sfeer bij ons is open, uitnodigend en stimulerend. Toch mis ik meer vrouwen in de dojo. Soms zit dat in praktische dingen: een kleedkamer voor mezelf is luxe, maar wel een beetje saai. Soms zit het in het omgaan met fysieke ongemakken die mannen simpelweg niet kennen. Maar het zit hem er vooral in dat ik merk hoeveel het trainen me oplevert, en ik me afvraag waarom niet meer vrouwen deze winst komen halen.
Als ik met vrouwen over karate praat, merk ik dat de drempel om een dojo binnen te stappen soms hoog is. Omdat ze denken dat je eerst iets moet zijn – sterk, snel, zeker – voor je mag beginnen. En dat is jammer, want karate zou juist voor hen heel interessant kunnen zijn.
Karate is een spiegel. Als ik twijfel, als ik me terugtrek, als ik me inhoud – dan gebeurt dat niet alleen in de dojo. Zo doe ik het ook daarbuiten. En dat is wat ik zo waardevol vind aan deze vechtkunst. Je leert jezelf kennen. Niet alleen fysiek maar ook mentaal. Ik leer om steviger te staan, niet op wilskracht, maar vanuit ontspanning. Om door te zetten als iets me nog niet lukt. En om in te zien wanneer ik milder, of juist strenger naar mezelf moet zijn. Ik train niet alleen technieken, maar ook mijn moed, zelfvertrouwen en veerkracht.
Daarnaast heb ik gemerkt dat mijn lichaam sterker en flexibeler is geworden sinds ik begonnen ben met trainen. Vrouwen hebben minder spiermassa en een lagere botdichtheid dan mannen, en nu ik wat ouder word helpt karate me om hieraan te blijven werken. Toen ik laatst een flink eind moest lopen met zware tassen, merkte ik hoe makkelijk me dat afging, waar anderen in het gezelschap stevig aan het zwoegen waren. Ik besefte dat mijn fitheid en uithoudingsvermogen alles te maken hadden met de tijd die ik in de dojo doorbreng.
Maar hoe zit dat dan met de fysieke verschillen als je samen gaat trainen? Elke lichaamsbouw heeft voor-en nadelen. Ben je langer heb je meer bereik, ben je kleiner kun je juist sneller en wendbaarder zijn. Veel spierkracht hoeft bij karate geen voordeel te zijn. Integendeel: de grondlegger van onze organisatie, Tsutomu Ohshima, zegt vaak: “No power!” als technieken teveel op kracht worden uitgevoerd. Effectiviteit zit in zaken als techniek, adem, timing en intentie. Juist daarom zijn vrouwen hier vaak beter in dan ze zelf denken, en ik gun meer vrouwen deze ervaring.
Dus als je nieuwsgierig bent: kom gewoon een keer meedoen. Je hoeft niet sterk, snel of fit te zijn. Alleen bereid om iets nieuws te proberen. De rest komt vanzelf.